dinsdag 23 maart 2010

Vogelhuisje

Dat is eigenlijk het enige wat ons huidige huis niet is, maar misschien wel is geweest: een vogelhuisje. Wel heeft het in ieder geval slangen, ratten, konijnen, katten, schorpioenen en de gebruikelijke insekten gratis onderdak verleend. Tot een jaar of zeven geleden werden er ook nog schapen en geiten gehuisvest. Die ratten en slangen, daar waren we wat minder blij mee, al hielp het in het begin wel bij het gevoel van 'een oud huis, dat we eens helemaal gaan opknappen'.
We vonden bij het schoonmaken rattenskeletjes en af en toe een slangenvel. De meeste resten bestonden helaas uit de mest van al die dieren. Mijn broer Carl en neefje Nelson hebben ons midden in de hete zomer manhaftig geholpen om die resten uit het huis te krijgen en weg van het terras. Huis en terras hadden overigens als een erg goede composthoop gefunctioneerd, want als we nu wat van die mest bij een plant doen, dan schiet die omhoog alsof hij genetisch gemodificeerd is.
Ik heb me er al bij neergelegd dat de katten zullen blijven. Zodra de feline beestjes zien dat Annemiek in de buurt is, en dus gratis eten en knuffelen, komen ze aangedribbeld. Het is ook vaak lastig inschatten, tijdens zo'n weekend in de caravan, hoeveel ham en ander vlees je precies nodig hebt, dus er er is altijd wel wat over voor kat 1 en kat 2. Annemiek kent al hun namen en die van hun niet veel oudere ouders. Ik hou het bij hun kleur.
Het konijn is een ander verhaal. Vanaf het begin kwam er een groot zwart konijn langshuppelen, tussen onze caravan en de 'fienile' (hooischuur) door, en dan verdween het parmantig in ons huis. Het liefst ging het meteen via de buitentrap naar de bovenverdieping; beneden was immers voor de gewone beesten! Toen we in het najaar terugkwamen, was het konijn ineens weg. Eerst dachten we nog: die zit lekker warm onder het huis van de buren, maar het bleek dat hij was opgepeuzeld. 
Dat was natuurlijk een makkelijke prooi, maar er wordt ook veel gejaagd. Er zijn dagen dat de schoten niet van de lucht zijn, en ook buren van ons gaan graag jagen. Of iedereen zich daarbij houdt aan de regels, is de vraag. Soms vangen we toch wel op dat iemand trots vertelt dat hij een zeer zeldzame trekvogel heeft afgeknald. Er zijn ook, vergeleken met Nederland, verdacht weinig vogels (al kan een bioloog daar misschien een betere verklaring voor vinden).
Dat is overigens wel het knappe van onze dorpsgenoten: ze kunnen erg goed zaken van gevoelens scheiden en zijn eigenlijk eerlijker. Waar wij toch net doen alsof zeehondjes meerwaardiger zoogdieren zijn dan mestkalveren, behandelen zij dieren gewoon naar hun nut. Sommige dieren knuffel je mee, dus die laat je in je huis. Anderen eet je op, gebruik je voor de jacht, voor de verkoop of wat dan ook, en die laat je niet in je huis. Die doe je aan een ketting, in een hokje buiten, soms met een vloer van gaas, soms met zijn tienen in een kippenhok etc. Voor ons is het wennen hieraan een vast onderdeel van de aankomst in ons romantische stukje Italie.
Maar, we zijn ook Nederlanders. Al in het begin van ons avontuur, toen we in een Bed&Breakfast in Monte Urano zaten, kwamen we op de markt iemand tegen die houten vogelhuisjes (casa uccellini in legno) maakt. Later kwamen we hem tegen op de markt in Servigliano, nu ook met kleine houten kastjes enzo. Wij gaan bij hem maar een stel van die houten vogelhuisjes kopen en ophangen tegen het huis. Dan wordt het toch een beetje een vogelhuisje.